08 februari 2024
Amerikaanse president pauzeert nieuwe projecten voor LNG export
Dankzij LNG heeft Europa tijdens de recente energiecrisis de gasvoorziening overeind kunnen houden. Daarvoor is wel diep in de buidel getast, want zowel de importcapaciteit als de beschikbaarheid van LNG op de wereldmarkt was beperkt. Inmiddels zijn de tekorten aan importcapaciteit grotendeels verholpen door versnelde aanleg van drijvende LNG-ontvangst- en regasificatieterminals. Het bijbouwen van LNG-exporterminals is echter een moeizamer en langdurig proces. Dat al helemaal nu Amerika, Europa’s belangrijkste LNG-leverancier, besloten heeft voorlopig geen goedkeuring te geven voor de aanleg van nieuwe exportterminals.
De regering Biden heeft op de pauzeknop gedrukt om eerst de effecten van nieuwe exportterminals op economie en milieu te kunnen onderzoeken. Export van gas verlaagt immers het aanbod op de binnenlandse markt en dus stijgt de rekening voor Amerikaanse consumenten. Althans, dat is de eenvoudige redenering. De werkelijkheid is immers veel gecompliceerder, want transport van gas vergt pijpleidingen tussen productiegebieden en verbruikers en daar schort het in de VS nogal eens aan. Milieuorganisaties zoals Greenpeace reageren opgetogen over het besluit. Vanwege methaanlekkages in de hele keten, kunnen de klimaateffecten van LNG namelijk in dezelfde orde van grote liggen als steenkool.
Op de korte en middellange termijn brengt het Amerikaanse besluit de Europese gasvoorziening niet in gevaar. Wel stelt het besluit de discussie over de Europese energievoorziening richting 2030 en verder op scherp. Vooral België en Duitsland hebben alternatieven nodig voor onlangs gesloten of binnenkort te sluiten kerncentrales. Het bouwen van nieuwe gascentrales leek het voor de hand liggende antwoord op de vraag waar de vervangende leveringszekerheid vandaan moet komen. Echter, zonder Russisch pijpleidinggas en mogelijk zonder extra Amerikaanse LNG-export capaciteit, is het de vraag of het bouwen van nieuwe gascentrales wel zo verstandig is.
Vertragingen en voortgang bij bouw kerncentrales
De bouw van kerncentrales gaat niet zonder slag of stoot. In Tsjechië is de beslissing genomen om de lopende aanbesteding voor de bouw van een kerncentrale met één reactor, uit te breiden naar maar liefst vier reactoren. Dat vanwege het feit dat de niet-bindende fase van de aanbesteding heeft uitgewezen dat een centrale met vier reactoren 25% goedkoper is per MW opgesteld vermogen dan een centrale met slechts één reactor. Opvallend in Tsjechische proces is dat de Amerikaanse aanbieder Westinghouse van verdere deelname aan de tender is uitgesloten, omdat niet duidelijk was welk bedrijf eindverantwoordelijkheid draagt voor de kwaliteit. De strijd moet daarom worden beslecht tussen het Franse EDF en Koreaanse KHNP. In het Nederlandse proces doet Westinghouse vooralsnog wel mee.
In het Verenigd Koninkrijk heeft EDF een flinke stap achteruit gezet bij de bouw van de kerncentrale Hinkley Point. Niet voor de eerste keer heeft EDF de opleverdatum aanzienlijk verder naar de toekomst geschoven en de schatting voor de totale bouwkosten aanmerkelijk verhoogd. Oplevering zou oorspronkelijk in 2017 plaatsvinden, maar door vertragingen in de planningsfase moest in 2017 de echte bouw nog beginnen. In 2018 werd oplevering in 2025 verwacht, maar dat wordt op zijn vroegst 2029. De kosten (te dragen door EDF) komen naar verwachting uit op 43 miljard USD (uitgedrukt in 2015 valuta).
Dichter bij huis heeft de demissionaire regering inzicht gegeven in de stand van zaken van de nieuwbouw van kerncentrales. Er worden belangrijke stappen vooruit gezet bij de voorbereiding van de politieke besluitvorming door diverse werksporen gelijktijdig op te pakken in plaats van achter elkaar uit te voeren. Ook wordt nu al werk gemaakt van afspraken met de gemeente Borssele en de provincie Zeeland over behoud van de omgevingskwaliteit. De regering meldt echter ook een stap achteruit. De technische studies vergen meer tijd, waardoor de aanbesteding niet meer in 2024, maar pas medio 2025 kan plaatsvinden.
Concurrentie voor netbeheerder Elia
De energietransitie heeft baat bij verdere verknoping van de Europese elektriciteitsnetwerken en dan vooral tussen landen met uiteenlopende productiemiddelen. Vooral verbindingen tussen het Verenigd Konikrijk en continentaal West-Europa zijn daarom in trek. De aanleg van zulke kabels is echter bijzonder kostbaar en daarom meestal voorbehouden aan landelijke netbeheerders. Meestal, maar niet altijd. In België ondervindt netbeheerder Elia namelijk concurrentie bij de aanleg van een nieuwe kabel naar Engeland.
Elia en de Britse evenknie National Grid beheren al vijf jaar een verbinding van 1000 MW en werken aan een tweede kabel van 1400 MW. Die moet in 2030 worden opgeleverd, maar het Britse particuliere bedrijf Cronos Energy heeft dezelfde plannen. Van belang daarbij is dat Cronos kapitaalkrachtige aandeelhouders heeft en het project inmiddels ook geplaatst is op de Europese lijst met belangrijke projecten, de zogeheten PCI-lijst. Daardoor kan Cronos profiteren van versnelde vergunningverlening en komt het project mogelijk in aanmerking voor Europese financiering.
Marktprijzen
Op de oliemarkt heerst de nodige onzekerheid: toenemende spanningen in het Midden-Oosten, voorgenomen investeringen in olieproductie door Saoedi Arabië die net zo snel worden aangekondigd als ingetrokken en olievoorraden in Amerika die vrij hoog zijn, maar later terugkijkend regelmatig neerwaarts worden bijgesteld. Mede door de spanningen in het Midden-Oosten stegen de olieprijzen eind januari om begin februari fors te dalen. Op 1 februari sloot Brent op zo’n 78 USD/bbl, slechts een fractie hoger dan de 76 USD/bbl van begin januari.
Vanwege stijgende gasprijs begin januari, stegen ook de prijzen voor steenkool. In de tweede week zette echter een daling in die pas op eind januari keerde vanwege spanningen in het Midden-Oosten. Vooral levering op korte termijn zat in de lift, met prijzen richting 100 USD/ton. Met een kleine 93 USD/ton was levering 2025 beduidend goedkoper.
De prijs voor emissierechten daalde in de eerste helft van januari behoorlijk, van een kleine 78 EUR/ton tot beneden 64 EUR/ton. Vervolgens bleven de prijzen tussen 62 en 64 EUR/ton schommelen.
De elektriciteitsprijzen vertoonden in januari hetzelfde patroon als de overige commodities: korte stijging aan het begin van de maand gevolgd door een sterke daling en weer een opleving eind januari. Levering basislast 2025 eindigde de maand op zo’n 80 EUR/MWh. Met 64 EUR/MWh is levering basislast kwartaal 2 2024 aanmerkelijk goedkoper.
De prijzen voor aardgas worden sterk beïnvloed door enerzijds nog steeds goed gevulde voorraden en anderzijds de oplopende spanningen het Midden-Oosten. Bij dat laatste hoort ook de blokkade van het Suez Kanaal, waardoor LNG-tankers uit Australië en het Midden-Oosten om Afrika heen moeten varen. Vanwege de voorraadsituatie zijn leveringen in de komende maanden met prijzen rond 30 EUR/MWh beduidend goedkoper dan levering 2025, waarvoor begin februari een kleine 34 EUR/MWh moest worden betaald.