07 december 2023
Consultatie maatregelen ter borging leveringszekerheid gas
De EU schrijft al sinds jaar en dag voor dat de Lidstaten de risico’s op onderbreking van de gasvoorziening moeten analyseren, procedures moeten opstellen en een lijst met mogelijke maatregelen klaar moeten hebben liggen. Voor Nederland was dat lange tijd vooral een bureaucratische exercitie. Na 50 jaar optreden als grote exporteur van aardgas beschikt Nederland immers over stevige transportverbindingen met omliggende landen en grote gasopslagen. Bovendien, de gasrotonde-strategie van begin deze eeuw zorgde voor nog meer transportcapaciteit.
Nederland kon zodoende uitval van de grootste verbinding (het zogenaamde N-1 criterium) gemakkelijk opvangen. Bovendien geldt voor kleinverbruikers de zogeheten pieklevering, die meer zekerheid biedt dan de minimale vereisten van de EU. Wel merkte Gasunie, als adviseur leveringszekerheid, standaard op dat het op orde hebben van fysieke systemen niet betekent dat het gas dat nodig is voor de nationale vraag ook contractueel beschikbaar is. Een opmerking die in wezen jarenlang ter kennisgeving werd aangenomen, want als de nood aan de man mocht komen, kon Nederland altijd nog terugvallen op het Groningenveld.
Inmiddels hinkt het Groningenveld op zijn laatste benen en heeft de gascrisis van 2021/2022 duidelijk gemaakt dat voorbereiden op een tekort aan aardgas niet louter een bureaucratische verplichting is. Bovendien heeft die crisis laten zien dat stevige verbindingen met het buitenland voor binnenlandse verbruikers ook een groot nadeel kan zijn. Immers, gas dat in Nederland aanlandt en/of is opgeslagen, kan niet bij de Duitse grens worden tegengehouden. Stevige verbindingen houden dus in dat er rekening mee moet worden gehouden dat tientallen miljarden mᵌ/jaar die als eigen productie of via de LNG-terminals en verbindingen met Engeland, België en (indirect) Noorwegen, in het Nederlandse net worden gestopt, bij Duitse afnemers terecht komen. Het is daarom een goede zaak dat de regering werkt aan een update van de maatregelen die leveringszekerheid gas voor binnenlandse verbruikers moeten waarborgen. De huidige regelingen dateren namelijk van vóór de gascrisis en bevatten onder andere maatregelen niet uitvoerbaar en/of niet effectief worden geacht, zoals het omschakelen van gascentrales of industriële installaties op alternatieve brandstoffen of het opleggen van heffingen bijvoorbeeld ter hoogte van tien maal de gasprijs. Concepten van de aangepaste plannen heeft de regering ter consultatie gepubliceerd.
De consultatie omvat een analyse van de leveringszekerheid, een ontwerp Bescherm- en Herstelplan Gas (BHG) en bijbehorend preventieve actieplan. Deze regelingen moeten er voor zorgen dat een onderbreking van de gasvoorziening zoveel mogelijk wordt voorkomen en als die toch optreedt, de maatschappelijke gevolgen beperkt blijven.
Dat is echter eenvoudiger gezegd dan gedaan, want fysiek of administratief afsluiten of beperken van de gaslevering aan bepaalde verbruikers blijft niet zonder gevolgen. Zo wijst de Nederlandse Vereniging voor de Bakkerij er op dat in het geval van afschakeling van grote bakkerijen, 90% van de dagelijks brood- en banketproductie stil komt te liggen. Zonder aardgas dus geen brood op de plank. Het kan dus van belang zijn voor gasafnemers om te bekijken of hun type gasgebruik mogelijk door maatregelen geraakt wordt en bij de regering aan te geven als dat ernstige maatschappelijke gevolgen zou hebben. De consulatie sluit op 26 december a.s.
Engeland pakt de warmtemarkt aan
Eind oktober verhoogde de Engelse regering de subsidie op warmtepompen met 50%. Inwoners van Engeland en Wales kunnen sindsdien de overheid £7500 laten bijdragen in de kosten van aanschaf en installatie. Volgens de regering is de regeling een succes, omdat het aantal aanvragen met een factor 2 tot 3 steeg. Desondanks is er nog een lange weg te gaan, want het betreft slechts dik 500 aanvragen per week. Ter vergelijk, elke werkdag worden er in Nederland ruim 600 warmtepompen geplaatst. De Engelse regering wil daarom volgend jaar plaatsing van duurzame verwarming met een marktmechanisme afdwingen. Plaatsing van een warmtepomp levert in dat mechanisme credits op, terwijl het plaatsen van fossiele brandstof verwarming credits kost. Aanvankelijk is er voor elke 25 cv-ketels 1 warmtepompcredit nodig, maar het aantal benodigde credits zal jaarlijks stijgen. Op zichzelf is het mechanisme niet nieuw. Het ligt namelijk voor de hand om ‘vervuilers’ een deel van de kosten van verduurzaming te laten dragen en tevens langjarig de vraag naar het schone product te stimuleren zodat fabrikanten weten waar ze aan toe zijn.
De Nederlandse regering past bijvoorbeeld een soortgelijk systeem toe voor bijmenging van duurzame brandstof aan benzine en diesel en binnenkort moeten kleinverbruikers-gasleveranciers groen gas credits aanschaffen.
De voornoemde Nederlandse systemen zijn vrij eenvoudig uitvoerbaar, omdat er slechts een beperkt aantal spelers actief is in de brandstoffenmarkt of als gasleverancier. Daarentegen is de markt voor het installeren van verwarmingssystemen veel minder doorzichtig, wat uitvoering en handhaving complex kan maken. Frankrijk stimuleert onder andere om die reden al bijna 20 jaar energiebesparing via certificaten waarover energieleverancier moeten beschikken. Dat systeem van ‘verplichte witte certificaten’ duikt overigens ook regelmatig op in Nederlandse discussies.
Marktprijzen
De olieprijzen staan begin december in het teken van de virtuele Opec-bijeenkomst op 30 november. Daarin werden eerdere productiebeperkingen bevestigd en zelfs versterkt. Zoals het nu lijkt, gingen die afspraken over verlaging van de productie niet zover als de markt had verwacht. Ondanks de afspraak om de productie met 1 miljoen vaten per dag te verlagen, zakte de prijs voor brent na afloop van de bijeenkomst van pakweg 83,50 USD/bbl naar een kleine 81 USD/bbl.
Begin november daalden de steenkoolprijzen van pakweg 125 USD/ton naar 110 USD/ton en bleven de rest van de maand binnen een bandbreedte van plus en min 5 USD/ton rond die 110 schommelen. Omdat de prijzen voor aardgas en CO₂-emissierechten eind november onder druk staan, staan ook de prijzen voor steenkool onder druk. Wel ligt de prijs voor levering op korte termijn pakweg 4 tot 6 USD/ton hoger dan voor leveringen 2024.
De prijs voor emissierechten daalde in de laatste week van november fors. Na de eerste drie weken te hebben geschommeld rond 77 EUR/ton, werd in de laatste week de weg richting 70 EUR/ton ingeslagen. Het relatief zachte weer, substantiële vraaguitval en relatief lage gasprijzen ten opzichte van steenkool, drukken de vraag naar emissierechten en dus de prijzen.
In lijn met de gasprijzen daalden elektriciteitsprijzen in de eerste drie weken van november geleidelijk, voor levering basislast van pakweg 130 EUR/MWh naar 110 EUR/MWh. In de laatste week versnelde de daling tot net beneden 105 EUR/MWh voor basislast cal 2024. Op de spotmarkt laat zich de afwezigheid van zon en wind voelen, met pieken in de ochtend en avond tot 225 EUR/MWh voor levering op 1 december. Daarbij speelt waarschijnlijk ook groot onderhoud aan hoogspanningsstation Meeden een rol, waardoor in de Eemshaven centrales noodgedwongen stil staan.
Door het relatief warme weer en nagenoeg volledig gevulde opslagen, daalde de gasprijs begin november van 55 EUR/MWh naar pakweg 47 EUR/MWh. Vooral de dagvooruit-prijs daalde hard om vervolgens in de loop van twee weken weer te stijgen tot het niveau van de termijnprijzen. Die termijnprijzen bleven tot de laatste week van november hangen rond de 47 EUR/MWh en daalden in de laatste week richting 42 EUR/MWh. De kou van eind november/begin december zorgt dus niet voor een stijging, mede omdat de rest van december relatief warm lijkt te worden.