Nieuwsbrief april 2023

13 april 2023

Terug naar Informatie & Nieuws

Nieuwsbrief april 2023

Duitsland faseert verwarming met gas en stookolie uit

De energietransitie in Duitsland gaat op en neer. Het land toonde leiderschap bij de uitrol van zon- en windenergie en droeg daarmee fors bij aan de spectaculaire kostendalingen in de afgelopen decennia. Anderzijds houdt Duitsland stug vast aan het sluiten van relatief jonge en goed functionerende kerncentrales. Die worden mede vervangen door gas- en kolencentrales, waarmee CO2-besparing van de Energiewende deels verloren gaat. Na die stap achteruit, is Duitsland nu weer toe aan een ferme stap vooruit en die wordt gezet in de gebouwde omgeving.

Nederland besloot een jaar geleden om vanaf 2026 op zijn minst een hybride warmtepomp verplicht te stellen op het moment dat een cv-ketel wordt vervangen.

Zo’n overgangstermijn van dik 3,5 jaar is aan Duitsland niet besteed. Niet per 2026, maar al per 1 januari 2024 eist Duitsland dat nieuwe verwarmingsinstallaties op zijn minst 65% duurzame energie gebruiken. Wel gelden er diverse uitzonderingen, bijvoorbeeld als een alternatief voor gas of olie vergaand oneconomisch is. Met de korte vooraankondiging voorkomt Duitsland dat de 65% duurzame energie verplichting nog massaal 15 tot 20 jaar wordt vermeden door nog snel oudere verwarmingsapparatuur te vervangen.

 

Grote stappen voor kleine kerncentrales

De Britse toezichthouder op kernenergie is er klaar voor om het ontwerp van Rolls-Royce’s kleine modulaire kerncentrale (SMR) te beoordelen. De voorbereidingen voor de algemene ontwerp beoordeling hebben een jaar in beslag genomen, terwijl de komende fundamentele beoordeling van het ontwerp zo’n 16 maanden zal duren. Het publiek kan tijdens deze tweede fase commentaar leveren en vragen stellen.

Het gedegen Britse proces staat nogal in contrast met de voortgang die start-up Last Energy claimt. Het bedrijf meldt contracten voor de verkoop van elektriciteit te hebben gesloten ter waarde van een kleine 19 miljard USD. Die elektriciteit moet worden opgewekt met maar liefst 34 SMR’s die gebouwd worden  in het Verenigd Koninkrijk en Polen. Daarbij zijn de SMR’s van Last Energy met 20 MW echt klein, terwijl de SMR van Rolls Royce met 470 MW zelfs iets groter is dan de kerncentrale Borssele.

De reactoren van Last Energy mikken op een waarlijk modulair concept. Daarmee zou de bouwtijd tot 2 jaar beperkt kunnen worden, het vergunningstraject vereenvoudigd en elkemeervoud van 20 MW als elektrisch vermogen leverbaar maken. De eerste Last Energy centrales zouden al in 2026 moeten draaien.

Nucleair heeft de wind in de zeilen (uitgezonderd in België en Duitsland). Ook kernenergiereus EDF werkt aan SMR’s. Het project, dat Nuward is gedoopt, mikt op modulaire centrales van 340 MW, bestaande uit twee reactoren van 170 MW. EDF werkt sinds 2019 aan dit concept en heeft inmiddels voldoende vertrouwen om de Nuward SMR in een afzonderlijk dochterbedrijf onder te brengen.

In de directie van het Zweedse staatsbedrijf Vattenfall ontbrak het enkele directieleden aan vertrouwen in kernenergie. De Zweedse regering daarentegen ziet wel degelijk grote kansen voor kernenergie en heeft daarom naar verluidt twee directieleden met kritiek op het pro-nucleaire beleid vervangen. Met drie nieuwe directieleden is Vattenfall beter toegerust om forse stappen in de uitbouw van kernenergie te zetten, meldt Euractiv.

 

Waterstof als energiebron

De energietransitie draait vooral om elektriciteit en waterstof. Beide zijn dragers van energie en moeten dus op duurzame wijze worden opgewekt om de energietransitie te laten slagen. Waterstof wordt regelmatig als energiebron aangeduid, maar dat wordt meestal snel gecorrigeerd.

In de nabije toekomst zou dat kunnen veranderen, want er zijn kansen om natuurlijk waterstof te winnen. In Nebraska, US, wordt momenteel namelijk geboord naar wat mogelijk de eerste commerciële waterstofbron wordt.

Ook dichter bij huis, namelijk in Noord Spanje, blijkt een waterstofveld aanwezig te zijn. Mogelijk gaat het om 1,2 Mton natuurlijke waterstof. Of dat veld in productie kan worden genomen is nog onduidelijk, omdat Spanje nieuwe boringen naar olie en gas verbiedt. Dat verbod is zo streng, dat daar ook natuurlijke waterstof onder valt.

Mocht er wel toestemming komen, dan levert dat met productiekosten geschat op 0,75 EUR/ton, de allergoedkoopste waterstof op.

Grijze waterstof is dubbel zo duur en groene waterstof is zelfs 4 tot 5 keer duurder. Of er ook elders in Europa reservoirs met waterstof voorkomen is niet bekend; daar is nooit serieus naar gezocht.

Apparatuur om aardgas en olie op te sporen heeft namelijk een blinde vlek voor waterstof. De grote belangstelling voor waterstof brengt daar verandering in. Diverse bedrijven ontwikkelen apparatuur om waterstofvoorkomens op te sporen. De ontwikkeling van die apparatuur neemt zeker zo’n 5 tot 10 jaar in beslag.

 

Marktprijzen

Vrij onverwacht kondigde Opec een beperking van de productie aan. Zogenaamd om de oliemarkt te stabiliseren, wordt de productie met 1 miljoen vaten per dag verminderd. Saudi-Arabië neemt daarvan de helft voor zijn rekening. Door de aankondiging stegen de olieprijzen eind maart/begin april met pakweg 10% en kwamen uit op hetzelfde niveau als begin maart: zo’n 85 USD/bbl voor brent. Verwacht wordt dat de prijsstijging door zal zetten tot boven 100 USD/bbl.

Mede door hogere vraag vanuit China, stegen prijzen voor steenkool in de tweede helft van maart aanmerkelijk. Levering 2024 tikte bijna 152 USD/ton aan, maar door de dalende gasprijzen gingen vervolgens de kolenprijzen weer wat omlaag tot 142 USD/ton. Daarmee ligt de kolenprijs 2024 begin april beduidend hoger dan de 127 USD/ton begin maart. Leveringen op de korte termijn zijn enkele dollars per ton goedkoper dan de levering jaar vooruit.

Op de markt voor emissierechten is het goed merkbaar dat grote uitstoters van CO2 de jaarbalans over 2022 opmaken. Eind april moet de werkelijk veroorzaakte CO2 geheel met emissierechten worden afgedekt. Het is gebruikelijk dat dat in de maanden maart en april tot prijsschommelingen leidt. Zo ook dit jaar. Begin maart steeg de prijs tot 100 EUR/ton, daalde toen fors om eind maart en begin april weer net zo fors te stijgen. Begin april lag de prijs rond 97 EUR/ton en blijft stijgen.

De termijnprijzen voor elektriciteit ontwikkelden zich in maart grotendeels parallel aan de TTF-gasprijzen. Forse stijging eind maart en begin april tot 150 EUR/MWh voor levering basislast 2024 om vervolgens met zo’n 10% te dalen. Levering in de komende maanden zijn beduidend goedkoper met prijzen tussen 110 en 120 EUR/MWh.

 

De gasmarkt lijkt te schommelen tussen hoop en vrees. Het goede nieuws zit in de gasvoorraden. Mede door de warme winter zijn de gasopslagen bovengemiddeld goed gevuld. Bovendien werkt de Nederlandse regering aan een nieuwe subsidieregeling om deze zomer de opslag Bergermeer weer geheel gevuld te krijgen. Diezelfde regering besloot echter ook om tegen advies van onder andere Gasunie in, de helft van de nog operationele putten van het Groningenveld te sluiten, met een duidelijke stijging van de Europese gasprijzen als gevolg. Verder slecht nieuws komt uit Frankrijk waar pensioenprotesten de aanlanding van LNG hinderen. Desondanks daalde begin april de TTF-prijzen na eerdere forse stijgingen, maar met zo’n 55 EUR/MWh voor levering 2024, ligt de gasprijs zo’n 10% boven de prijzen begin maart. De prijzen voor leveringen in de komende maanden liggen rond 45 EUR/MWh, beduidend goedkoper dan Cal 2024.

opens in new window