Begin dit jaar eiste de Tweede Kamer dat op korte termijn alle elektriciteit van een ‘kleur’ zou worden voorzien. Momenteel wordt alleen duurzaam opgewekte elektriciteit voorzien van een verhandelbaar certificaat met informatie over plaats, tijdstip en aard van opwek, formeel garantie van oorsprong geheten. De plicht om zulke certificaten aan te maken moet van de Kamer gaan gelden voor alle elektriciteit. Bovendien moeten leveranciers alle geleverde stroom van grijze en/of groene certificaten gaan voorzien. Minister Wiebes heeft echter aan de Kamer laten weten dat deze zogeheten ‘full disclosure’ niet eerder dan 1 januari 2020 kan worden toegepast.
Alle grijze stroom wordt sinds jaar en dag over één kam geschoren. Qua milieuprestatie en CO2-footprint zit er echter een wereld van verschil tussen moderne gascentrales en kolencentrales. Verbruikers zouden dus ook bij grijze stroom meer keuzemogelijkheden moeten krijgen, vond de Kamer. Dat levert ook een vorm van ‘naming and shaming’ op. Immers, als alle elektriciteit van een etiket moet worden voorzien, wordt ook meteen duidelijk wie – op papier – afnemers zijn van de significant volumes aan kolenstroom die in Nederland worden opgewekt. Hopende dat verbruikers niet met kolenstroometiketten willen worden opgezadeld, zou de ‘full disclosure’ dus een stimulans moeten opleveren voor schonere vormen van opwek. Daarbij doet zich echter wel een flink probleem voor want de Nederlandse wet geldt alleen voor stroom in Nederland terwijl Nederland deel uitmaakt van de grote Europese energiemarkt. Nederland voert veel elektriciteit in, uit en door. Kolenstroom kan daardoor op papier aan het buitenland worden verkocht terwijl onderwijl dezelfde hoeveelheid als zijnde doorsnee buitenlandse grijze stroom wordt ingevoerd. Het valt dus nog te bezien of full discloure inderdaad schonere vormen van opwek stimuleert.
Vraagresponse: makkelijker gezegd dan gedaan
Hogere afkoopsom voor nieuwe vaste contracten
Provincie Groningen adviseert sluiting gasveld per 1 oktober