SEFE ENERGY
De EU dringt de CO2-uitstoot van grote bedrijven terug met een systeem van verhandelbare emissierechten. In dit zogeheten ETS worden elk jaar minder rechten beschikbaar gesteld. Door het krimpend aanbod, stijgt de prijs, wat bedrijven prikkelt om de uitstoot te reduceren. Omdat de rechten verhandelbaar zijn, worden de goedkoopste maatregelen het eerste genomen. Met andere woorden, ETS haalt met zekerheid de doelen (momenteel wordt gesproken over min 43% in 2030 ten opzichte van 2005) en het kost de samenleving het minste geld. Dat lijkt ideaal, maar er is een keerzijde: het Europese systeem is niet compatibel met nationale doelen. Zo drukken bijvoorbeeld de moderne Nederlandse gascentrales bij een hoge prijs voor emissierechten, de Duitse bruin- en steenkoolcentrales van de markt. Goed voor Nederland, goed voor het klimaat, maar slecht voor de nationale CO2-boekhouding. Het is die nationale boekhouding waarover in het Klimaatakkoord afspraken zijn gemaakt en die afspraken moeten worden geborgd. De industrie (inclusief afvalverbranders) moet in 2030 14,3 Mton CO2-uitstoot reduceren en om er zeker van te zijn dat dat wordt gehaald. De Tweede Kamer heeft het wetsvoorstel CO2-heffing industrie aangenomen. Die wet regelt dat voor uitstoot boven een ‘belastingvrije voet’, fors betaald moet worden als ETS-prijzen, naar mening van de Kamer, te laag zijn. Wel heeft de Kamer de minister daarbij verzocht de gevolgen voor de industrie goed in de gaten te houden. Die kunnen namelijk fors zijn. Vakbond CNV vreest zelfs voor verlies van tienduizenden banen, vooral in de economisch zwakkere regio’s. Daarom is het niet vanzelfsprekend dat de Eerste Kamer ook met de wet akkoord gaat.
ACM waarschuwt: nettarieven gaan fors omhoog
Vattenfall zoekt alternatieven voor de biomassacentrale Diemen
Nadeelcompensatie RWE: 332 miljoen euro