In discussies over energie en verduurzaming gaat de meeste aandacht meestal uit naar elektriciteit. Dat ondanks het feit dat elektriciteit gemiddeld genomen slechts 20% van het huishoudelijke energieverbruik vertegenwoordigt. Aardgas en benzine/diesel nemen ieder 40% voor hun rekening. Dat betekent ook dat als gas en benzine/diesel door elektriciteit moet worden vervangen, het verbruik van elektriciteit fors toe zal nemen, zelfs als elektrificatie van verwarming en transport zorgt voor flinke energiebesparing.
Het gevolg is dat er dus veel meer elektriciteit getransporteerd moet worden dan waar de transportnetten op zijn berekend. Om aan die groeiende vraag te voldoen, moeten netbeheerders de komende tien jaar pakweg 40 miljard euro uitgeven aan netverzwaring en dat geld moet ergens vandaan komen. Daarbij gaat de kost voor de baat uit: eerst investeren en dan in pakweg veertig jaar terugverdienen. Om dat mogelijk te maken, kan het zijn dat de aandeelhoudende gemeenten en provincies genoegen moeten nemen met minder dividend. Misschien dat zij zelfs geld naar de netbeheerders moeten overboeken om het eigen vermogen te versterken. En last but not least, elektriciteitsverbruikers kunnen hogere transportnota’s verwachten.
EU Stuurt aan op verplichte reductie gasvraag
Warmteprijs blijft voorlopig gekoppeld aan de gasprijs
Kabinet steunt het EU plan voor gasbesparing