Een aanzienlijk deel van de Nederlandse bodem bestaat uit afgestorven plantenresten. Naar schatting zit in deze veenbodem een hoeveelheid koolstof opgeslagen die overeenkomt met anderhalve keer de totale jaarlijkse Nederlandse CO2-uitstoot: 270 miljoen ton. Die CO2 komt vrij als het veen in contact komt met zuurstof. Daardoor daalt ook de bodem met alle nadelige gevolgen van dien. Die processen kunnen worden vertraagd door de grondwaterstand hoog te houden, maar dan is de grond minder goed bruikbaar voor de landbouw. Voor de mate van bodemdaling en vrijkomen van CO2 maakt het wel heel veel uit hoe de grondwaterstand wordt beheerd. In Friesland bijvoorbeeld worden de sloten tot ver onder het maaiveld uitgediept. Dat is gunstig voor de opbrengst van de landbouw, maar levert ook een hoge uitstoot van CO2 op. Klimaat-technisch gezien is dat een slechte zaak, want het vasthouden van koolstof in de bodem is veel goedkoper dan de meeste gangbare klimaatmaatregelen. Daarom moet het tegengaan van bodemdaling en CO2-uitstoot uit veen een hoge prioriteit krijgen, vindt Kamerlid Laura Bromet (GroenLinks). Helaas zijn verantwoordelijkheden en taken met betrekking tot veengebieden, waterstanden en beheermaatregelen te versnipperd om tot een daadkrachtige aanpak te komen. Om dat te veranderen heeft ze een lezenswaardige concept beleidsnota opgesteld en ter consultatie gepubliceerd. Dat beleid moet leiden tot dwingende nationale doelstellingen en een coördinerende rol voor het Rijk, oftewel, tot een Deltaplan Veen.
Vraagresponse: makkelijker gezegd dan gedaan
Hogere afkoopsom voor nieuwe vaste contracten
Provincie Groningen adviseert sluiting gasveld per 1 oktober