In de tweede helft van 2020 wordt voor de kust van Scheveningen een elektrolyser op een olieplatform geplaatst. De installatie met een vermogen van 1 MW moet elektriciteit omzetten in waterstof. Het proefproject dient als test- en innovatiecentrum voor innovaties op het gebied van ‘power to gas’ en heeft de potentie om een wezenlijke bijdrage te leveren aan de overgang naar duurzame energie. De Noordzee biedt namelijk veel mogelijkheden voor grootschalige productie van elektriciteit maar daar kleven ook grote nadelen aan. De kabels om windenergie in de vorm van elektriciteit naar het vaste land te transporteren zijn heel duur en de kosten stijgen naarmate nieuwe parken verder weg van de kust worden gebouwd. Een ander welbekend probleem is dat windturbines alleen elektriciteit produceren als het voldoende waait. Op zee is dat vaker het geval dan op land, maar dat neemt niet weg dat het onvermijdelijk is dat er fluctuaties optreden.
Bovendien kampt Nederland ook nog met een heel ander probleem. De gasproductie op zee daalt snel waardoor platforms en gasleidingen overbodig worden. Het kost enkele miljarden euro’s om die infrastructuur te verwijderen. Dat geld kan vooralsnog worden uitgespaard als er nieuwe bestemmingen voor platforms en leidingen worden gevonden. Zodoende kan waterstof op zee in principe meerdere problemen tegelijk oplossen: geen dure elektriciteitskabels nodig, nuttig hergebruik van bestaande platforms en gasleidingen en duurzame energie die wordt aangeleverd in een vorm die relatief goedkoop te transporteren en op te slaan is. Helaas staat productie van waterstof uit elektriciteit nog in de kinderschoenen, laat staan de productie van waterstof op zee. Dat maakt de proef voor de kust van Scheveningen bijzonder interessant.
Lagere transportkosten voor batterijen die congestie verminderen
Tweede Kamer wil ruim baan voor groen gas
Regering lanceert Programma Verduurzaming Industrie