Net op zee wordt 10 miljard euro duurder

Rond 2030 moet er 21 GW aan opgesteld vermogen aan windturbines op het Nederlandse deel van de Noordzee staan. Staatsbedrijf TenneT moet ervoor zorgen dat al die elektriciteit naar het vaste land wordt getransporteerd. Dat net op zee gaat naar alle waarschijnlijkheid wel fors duurder uitvallen dan voorheen gecommuniceerd. Geen 26 miljard euro aan investeringskosten voor het aansluiten van de parken die tot 2031 staan gepland, maar een kleine 36 miljard euro. Dat meldt de demissionaire regering in de Voortgang realisatie windenergie op zee. Als belangrijke oorzaken worden genoemd: gestegen prijzen voor grondstoffen, hogere personeelskosten, hogere rente en aanbestedingen die niet open staan voor (relatief goedkope) partijen uit risicolanden. Voor de periode 2032 – 2057 leidt dat voor de betreffende parken tot jaarlijkse net op zee transportkosten van 3,6 miljard euro, wat neerkomt op 3,8 cent/kWh. De regering noemt wel enkele mogelijkheden om de totale kosten, dan wel de kosten per getransporteerde kWh, te drukken, zoals de combinatie van windturbines en zonnepanelen op zee. Mogelijk kunnen de kosten ook worden beperkt door delen van het net op zee ook als interconnector tussen Noordzeelanden te gebruiken. Met het Verenigd Koninkrijk wordt al langer gesproken over deze mogelijkheid van hybride kabels. Kosten kunnen dan met overige landen worden gedeeld naar rato van het profijt.