Nederland koploper in bijplaatsen windturbines

Door het in gebruik nemen van bijna 1500 MW offshore windturbines en een kleine 500 MW nieuwe windturbines op land, steeg de opwek windenergie in 2020 met 29%. Zelfs in Europees verband is dat een bijzondere prestatie; Nederland was in 2020 kampioen bijplaatsen windturbines. Dat blijkt uit het nieuwste statistische overzicht van de brancheorganisatie Wind Europe. In de rangorde van totaal opgesteld vermogen neemt Neerland met pakweg 7 GW de achtste plaats in, niet onverdienstelijk voor een klein en dichtbevolkt land. Koploper in die ranglijst is Duitsland, met een opgesteld vermogen van 63 GW. Nummers twee (Spanje, 27 GW) en drie (UK, 24 GW) moeten eerst hun huidige vermogen ruim verdubbelen om bij Duitsland in de buurt te komen.

De Covid-19 crisis heeft Nederland een handje geholpen bij het verwerven van de rol als koploper bijplaatsen, want in veel landen bleef nieuwbouw daardoor achter bij de verwachtingen. In 2020 werd in Europa zelfs 6% minder nieuw vermogen geplaatst dan in 2019. Wind Europe heeft echter goede hoop dat deze tegenvaller van tijdelijke aard is. Sterker nog, de organisatie verwacht in de komende jaren een sterke groei. Ten opzichte van de Europese prestatie van 14,7 GW in 2020, wordt in 2021 bijna 20 GW nieuwe turbines verwacht, oplopend naar 25 GW nieuw in 2025.