Een kleine tien jaar geleden nam het Nederlandse staatsbedrijf TenneT het Duitse hoogspanningsnet van energiebedrijf E.on over. Vanwege Europese regelgeving mocht E.on niet langer hoogspanning en de commerciële activiteiten levering, handel en productie onder één dak verenigen. Dat bood TenneT de kans om de eerste internationale landelijke netbeheerder te worden. Aan die prestatie hangt wel een prijskaartje. Het gebied waarin TenneT Deutschland het hoogspanningsnet beheert, loopt helemaal van het noordwesten tot het zuidoosten en omvat de hele Duitse Noordzeekust. Net als tegenwoordig in Nederland, is TenneT in Duitsland als landelijke netbeheerder verantwoordelijk voor het transport van stroom van windparken op zee naar het vaste land. Bovendien is vooral in het zuiden van Duitsland veel vraag naar stroom en daar is het transportnet niet op berekend. Om aan die vraag naar transport te voldoen, moet TenneT Deutschland tientallen miljarden euro’s investeren in offshore verbindingen en in een nieuwe 700 km lange noord-zuid hoogspanningslijn. Dat geld kan TenneT uit de markt halen.
Gemakkelijk geld lenen is echter niet vanzelfsprekend. Geldverstrekkers zien graag dat TenneT over voldoende eigen vermogen beschikt. Dat houdt in dat voor elke euro die TenneT leent, de aandeelhouder, dus de Nederlandse Staat, ook een paar dubbeltjes in het bedrijf stopt. De financieel directeur van TenneT is daarom in overleg met de Nederlandse Staat over de beste manier om de komende vijf jaar het eigen vermogen van TenneT met 2 tot 3 miljard euro op te peppen.
Vraagresponse: makkelijker gezegd dan gedaan
Hogere afkoopsom voor nieuwe vaste contracten
Provincie Groningen adviseert sluiting gasveld per 1 oktober