Warmteleveranciers zijn meestal monopolist wat zou kunnen leiden tot te hoge tarieven voor afnemers die geen keuze hebben. De Warmtewet beoogt consumenten daar tegen te beschermen, maar in de praktijk veroorzaakt die wet juist tal van problemen. Dat komt vooral omdat situaties en omstandigheden van warmteleveringen behoorlijk uit elkaar kunnen lopen. Grote warmtenetten zoals in Amsterdam en Rotterdam houden tienduizenden woningen warm, terwijl er ook systemen zijn die niet verder reiken dan een enkel appartementsgebouw met een centrale gasketel. Daar blijft het niet bij. Soms is zelfs onduidelijk wie juridisch gezien de warmteleverancier is. Dat laatste bijvoorbeeld als warmtelevering onderdeel uitmaakt van de huur of als een Vereniging van Eigenaren (VvE) zorgt voor verwarming.
Om de problemen met Warmtewet te lijf te gaan, is de jonge wet al enkele malen aangepast. De laatste wijziging is van 1 juli jongstleden en pakt het probleem rond de onduidelijke leveranciersrelatie aan in gevallen waarbij verhuurder of VvE tevens warmteleverancier is. In het kort komt de aanpassing er op neer dat warmteleveringen door verhuurders en VvE niet langer onder de Warmtewet vallen. Toezichthouder ACM wijst er op dat die wijzigingen onder andere als gevolg heeft dat huurders met geschillen over warmteleveringen voortaan terecht kunnen bij de Huurcommissie.
Vraagresponse: makkelijker gezegd dan gedaan
Hogere afkoopsom voor nieuwe vaste contracten
Provincie Groningen adviseert sluiting gasveld per 1 oktober