Bij omwonenden van geplande biomassacentrales leidt het vaak tot grote verontwaardiging: de geplande energiecentrale krijgt een nominaal vermogen van 14,9 MW. Daarmee blijft de installatie net onder de cruciale 15 MW die wordt gehanteerd als ondergrens voor een verplichte milieuvergunning. Omdat er in de afgelopen jaren veel 14,9 MW biomassacentrales zijn gebouwd, heeft het er veel van weg dat ontwikkelaars bewust kiezen voor de gemakkelijkste route.
Voor de Tweede Kamer was dat eind 2019 aanleiding om de regering te vragen de ondergrens voor een verplichte milieuvergunning te verlagen. De regering leek daar, mede op advies van de SER, in mee te gaan. Want, zo schreef de regering: “Op deze wijze worden burgers en gemeenten eerder en beter inhoudelijk betrokken bij initiatieven.”
Daar komt de regering nu op terug, want met de invoering van de Omgevingswet per juli 2022, zou de inspraak in wezen een lege letter zijn en juist tot teleurstellingen leiden. Vergunningen voor milieubelastende activiteiten onder de nieuwe wet moeten namelijk worden verleend als aan technische eisen wordt voldaan. Nota bene omgevingsaspecten zoals extra vrachtverkeer, vallen buiten die eisen. De regering zoekt daarom de oplossing in het aanscherpen van de technische eisen en roept tevens gemeenten op om meer invloed uit te oefenen op locatiekeuzes. Via omgevingsplannen krijgen gemeenten in de Omgevingswet namelijk wel meer mogelijkheden om ontwikkelingen te sturen.
EU Stuurt aan op verplichte reductie gasvraag
Warmteprijs blijft voorlopig gekoppeld aan de gasprijs
Kabinet steunt het EU plan voor gasbesparing