De planbureau’s CPL en PBL hebben het ontwerp-klimaatakkoord doorgerekend en net iets te licht bevonden. Met veel mitsen en maren is de conclusie dat de kans groot is dat het doel van 49% CO2-reductie in 2030 (ten opzichte van het uitgangsjaar 1990) niet gehaald gaat worden. Er was ook goed nieuws. De kosten van het akkoord vallen lager uit dan werd verwacht. Wel zijn er dus aanvullende maatregelen nodig, maar dat is aan de politiek en de politiek was er op voorbereid. Kort na de presentatie van de doorrekening maakte de regering in een eerste reactie bekend aan welke extra maatregelen worden gedacht. Zo staat landbouw hoog op de lijst om meer CO2 –uitstoot te reduceren. Een logische gedachte, want uit de doorrekening blijkt dat maatregelen in de landbouw kosteneffectief zijn. Dat wil zeggen, voor relatief weinig geld kan veel CO2-uitstoot worden bespaard. Tevens wil de regering de tweedehands markt voor elektrische auto’s stimuleren zonder daarbij automobilisten op kosten te jagen. Het meest in het oog springend zijn echter de maatregelen richting industrie. De energiebelasting ODE, waarmee de regering de kosten voor de subsidie voor de opwek van duurzame energie opvangt, wordt deels verschoven van huishoudens naar de industrie. Tevens krijgt de industrie een CO2-heffing voor de kiezen. De maatregelen moeten in de komende weken verder worden uitgewerkt. Echter, gelijktijdig met de bekendmaking van de voornemens, heeft de regering ook een rapport gepubliceerd over de mogelijkheden van CO2-heffing, of, beter gezegd, de onmogelijkheden. In het goed toegankelijke rapport wordt duidelijk gemaakt dat de belangen groot zijn en de marges dun. De grootindustrie is bijvoorbeeld direct goed voor maar liefst 10% van de werkgelegenheid. Die grootindustrie staat echter niet op zichzelf, maar maakt deel uit van clusters aan bedrijven en activiteiten. Zo’n heel cluster kan in gevaar komen als de grootindustrie door een te hoge CO2-heffing het loodje legt. De kans daarop is groot, want juist de energie-intensieve bedrijven zijn onderdeel van multinationals met fabrieken in meerdere landen en maken bovendien producten voor de wereldmarkt. Met andere woorden, de regering zal heel voorzichtig moeten manoeuvreren en dan nog dreigt een CO2-heffing de Nederlandse economie en werkgelegenheid te schaden zonder wezenlijk bij te dragen aan het bestrijden van de opwarming van de aarde, aldus het rapport.
Meer nieuws lezen? Je vindt al onze berichten hier.
ACM beëindigt de volumekorting voor de grootindustrie
Nauwelijks kostenefficiënte alternatieven voor CCS
Voor het eerst: bird curtailment