10 september 2024
Het begin en einde van kernenergie
Fors duurder en jaren later dan verwacht, begint EDF eindelijk met het opstartproces van de 1650 MW kerncentrale Flamanville-3. De Franse autoriteiten hebben toestemming gegeven om het nucleaire proces te starten, zodat de centrale in de komende maanden kan beginnen met de productie van elektriciteit. Dat is dik tien jaar later dan oorspronkelijk de bedoeling was. Bovendien worden de bouwkosten geschat op dik 13 miljard euro, pakweg 10 miljard euro meer dan oorspronkelijk begroot. Daarbij is het wel van belang dat Flamanville de eerste Franse EPR kerncentrale is en er tijdens de bouw diverse aanpassingen in het ontwerp werden doorgevoerd. Daardoor moesten onderdelen die al klaar waren soms in het geheel weer worden gesloopt, wat veel geld en tijd kostte.
Waar in Frankrijk de nieuwste kerncentrale eindelijk opstart, wordt in Finland de laatste hand gelegd aan het einde van de levenscyclus van kernenergie: de eindberging van het hoogradioactieve afval. In het Finse Onkalo opslagsysteem vindt de generale repetitie plaats om vaten op te slaan in tunnels die dik 400 meter beneden het oppervlakte in graniet zijn uitgehouwen. De test vindt plaats met vaten zonder radioactief materiaal, maar volgt verder wel de procedure die voor het echte afval is bedoeld, waaronder de tunnel opvullen met bentoniet en afsluiten met een betonnen plug. Ook wordt het terughalen van ‘beschadigde’ vaten uitgetest.
Zo’n 25 jaar geleden werd de locatie voor de Finse eindberging (nabij de nieuwe kerncentrale Olkiluoto) geselecteerd en 10 jaar geleden werden de bouwvergunningen verleend. In Nederland is het officiële beleid om pas in 2100 te beslissen over locatie en opslagtechniek voor de eindberging van hoogradioactief materiaal. Nederland kan zich dat veroorloven, onder andere omdat het in Zeeland beschikt over een zeer degelijke tijdelijke opslaglocatie voor radioactief materiaal en gebruikte brandstofstaven naar Frankrijk worden vervoerd voor opwerking ten behoeve van hergebruik. Echter, met de mogelijke komst van nieuwe kerncentrales wil de regering het beleid aanpassen. Dat mede omdat de hoeveelheid hoogradioactief afval (momenteel slechts 4,5 m3 per jaar) niet veel voorstelt, maar als de nieuwe kerncentrales worden gebouwd, neemt dat volume te zijner tijd toe.
Op advies van het Rathenau Instituut wil de regering daarom het staande beleid van ‘beslissen in 2100’ loslaten en binnenkort al beginnen met het besluitvormingstraject. Dat mede omdat dit traject volgens de staatssecretaris ‘meerdere generaties zal beslaan’.
Nettarieven houden de gemoederen bezig
Elektrificatie is een van de belangrijkste speerpunten van de energietransitie, maar dan moet de elektriciteit wel getransporteerd kunnen worden. Dat laatste is toenemend een probleem en dat niet alleen technisch, maar ook economisch. Een netelige kwestie, omdat oplossingen voor het ene probleem, zoals bijvoorbeeld efficiënter netgebruik om congestie te beperken, haaks kunnen staan op volop elektriciteit gebruiken als het hard waait en de zon schijnt. De uitdaging is dus om het maatschappelijke optimum te vinden tussen enerzijds de kosten van transport in het algemeen en netversterking in het bijzonder en anderzijds de maatschappelijke kosten van maatregelen om productie en consumptie te dwingen binnen de fysieke mogelijkheden van de netten te blijven.
In die puzzel is een belangrijke rol weggelegd voor batterijen, maar dan moeten die wel financieel uit kunnen voor de investeerders. Dat is niet vanzelfsprekend, vooral omdat de kosten voor transport zo hoog zijn. Dus, batterijen die de transportproblematiek kunnen verlichten komen niet van de grond, omdat de kosten van transport te hoog zijn voor een goede business case. Om die patstelling te doorbreken, maakt ACM het mogelijk om vanaf volgend jaar korting op transporttarieven te bieden aan aangeslotenen die met TenneT ‘tijdsduurgebonden’ of met regionale netbeheerders ‘tijdsblokgebonden’ transportrechten afspreken. Van die mogelijkheid gaat Giga Storage met een 300 MW batterij in Delfzijl gebruik maken. Dat kan tot een korting van 65% op de transportkosten leiden. Zo’n korting kan wel ten koste gaan van andere afnemers en ook het gelijke speelveld tussen diverse vormen van flexibel elektriciteitsgebruik verstoren.
De vraag hoe nettarieven rechtvaardig op te stellen is inmiddels in Duitsland expliciet gesteld.
Bovenop de vraag hoe met kortingen op transporttarieven (tot wel 90% voor grootverbruikers) om te gaan, worstelt Duitsland ook met grote verschillen tussen regio’s. Regio’s met dunne bevolking en veel hernieuwbare elektriciteitsproductie (= Noord- en Noordoost-Duitsland) zijn relatief duur uit, terwijl het hele land baat heeft van de hernieuwbare elektriciteit. De autoriteiten willen daarom het komende jaar al een herverdelingsmechanisme introduceren om de netkosten rechtvaardiger over het land te spreiden.
Marktprijzen
In de eerste helft van augustus stegen olieprijzen door geopolitieke spanningen tot een kleine 82 USD/bbl, maar begin september is het sentiment omgeslagen. Hoewel de situatie in het Midden-Oosten gespannen blijft en olietankers voor de kust van Jemen worden beschoten en zelfs in brand gestoken, overheersen ruime voorraden in Amerika en terugval in de Chinese economie. Brent daalde daarop richting 72 USD/bbl.
De prijzen voor steenkool volgden grosso modo de olieprijzen gedurende augustus, zij het dat de stijging geleidelijker was en de daling relatief gezien wat forser. Levering 2025 piekte halverwege augustus dik boven 130 USD/ton maar daalde begin september tot beneden 117 USD/ton. Leveringen in de komende maanden zijn pakweg 5 USD/ton goedkoper dan levering 2025.
De prijzen voor emissierechten waren gedurende augustus een afspiegeling van het verloop van de kolenprijzen. Halverwege de maand de top net boven 73 EUR/ton en begin september een forse daling naar 67 EUR/ton.
Elektriciteitsprijzen volgenden gedurende augustus het patroon van de overige commodities. Levering basislast 2025 begon beneden 90 EUR/MWh, bereikte halverwege de maand de piek boven 96 EUR/MWh en viel begin september terug naar 86 EUR/MWh. Levering in kwartaal 4 dit jaar is pakweg 5 EUR/MWh duurder dan levering 2025. Op de korte termijnmarkt gaat het er beduidend heftiger aan toe omdat de dagen snel korter worden. De productie met zonnepanelen daalt al aan het einde van de middag terwijl het verbruik dan juist snel stijgt. Het gevolg is dat uurprijzen in de avondpiek regelmatig bijzonder fors zijn, met prijzen tussen 200 en 300 EUR/MWh.
Begin augustus stegen de aardgasprijzen aanzienlijk, van pakweg 38 EUR/MWh naar bijna 43 EUR/MWh voor levering 2025. Begin september ging het echter net zo hard omlaag: terug naar minder dan 38 EUR/MWh. Die omslag heeft mede te maken met goed gevulde voorraden, voor de EU dik boven 90%, in Nederland net boven 90%. Daardoor verminderen de zorgen over de leveringszekerheid in de winter 24/25. De situatie blijft echter kritisch, want verstoring van belangrijke aanvoerkanalen zoals de pijpleidingen vanuit Noorwegen, kunnen tot forse tekorten leiden.